zondag 14 juni 2020, 09:00 & 11:00 uur
Zondagsdiensten via Livestream - Jurjen ten Brinke: Doorbroken grenzen
De diensten zijn te volgen via de Livestream en later terug te luisteren en bekijken bij recente diensten.
Hij was ervan overtuigd dat Jezus in het jaar 2000 zou terugkomen. Dat had zijn basisschooljuf hem verteld. Inmiddels is het 2015 en is Jurjen ten Brinke voorganger van Hoop voor Noord, een multiculturele kerk in Amsterdam. “Als er dertig moslims om een ziekbed heen staan, denk ik: ‘Dit is Uw kans, Here.’” “Je bent geen echte moslim,” zei hij ooit tegen de imam in zijn wijk, die in de moskee had gewaarschuwd voor de activiteiten van Hoop voor Noord. De man zette grote ogen op: “Hoezo niet?” “Je bent bang dat wij moslims bekeren, maar een mens kan geen mens bekeren. Alleen Allah kan dat.” Het gesprek dat volgde, klaarde de lucht. Het is Jurjen ten Brinke, evangelist in Amsterdam-Noord, ten voeten uit. Bruggenbouwer pur sang, die optimistisch, idealistisch en met een vleug humor in het leven staat. “Ik ben voor niemand bang en ga met iedereen het gesprek aan. Het liefst met gekleurde Amsterdammers.” De juiste man“Ik heb niet gesolliciteerd, ik heb me beschikbaar gesteld,” antwoordt Jurjen (37) op de vraag hoe hij en zijn vrouw bij Hoop voor Noord terechtkwamen. “Mijn vader zei altijd: ‘Als je fulltime mag dienen in het Koninkrijk van God, moet je niet solliciteren, maar je beschikbaar stellen. Want dan moeten ze niet de béste man hebben, maar de juíste man.’ “Dus toen deze vacature in de krant stond, stuurde Jurjen een brief waarin hij zich voorstelde en aangaf dat hij en zijn vrouw Marijke niet loskwamen van de advertentie. En dat ze best naar Amsterdam wilden rijden om te praten over de vraag of deze vacature iets voor hen zou zijn. Jurjen: “Er waren negentien sollicitaties en één beschikbaarstelling. Die was van ons. Na een aantal rondes zijn wij eruit gerold. Het was een van de pijlers onder onze roeping.” SchoolreisjeToch stond Amsterdam niet hoog op hun lijstje. Marijke had nare herinneringen aan de stad sinds ze ooit tijdens een schoolreisje was verdwaald en op plekken terechtgekomen was waar ze niet had moeten zijn. Jurjen raakte tijdens een dagje winkelen in hun verlovingstijd zo onder de indruk van alle mensen, dat hij er naar van werd. “Ik werd met zoveel bewogenheid gevuld, dat ik uiteindelijk een paskamer in vluchtte en God vroeg die bewogenheid weg te nemen. Ik wilde gewoon winkelen met m’n vriendin. Veel christenen missen bewogenheid, maar ik had het te veel. Ik zag alleen maar zielen lopen en wilde wel op elk bankje springen om het Evangelie te vertellen. Dat was geen prettige ervaring.” Als een vis in het waterJurjen, die opgroeide in het Overijsselse Kampen, wilde na zijn vwo-examen in 1996 gaan werken in de sloppenwijken van Brazilië. Hij was ervan overtuigd dat Jezus in 2000 zou terugkomen. “Dat had een juf op de basisschool ons geleerd. Een studie had naar mijn idee dus geen zin meer, ik wilde vooral iets doen.” Zijn ouders wisten hem tegen te houden, en hoewel hij eerst nog twijfelde tussen theologie en tropisch landgebruik, werd het dat laatste. De drang naar het buitenland bleef. “In een warm land voel ik mij als een vis in het water. Vorig jaar was ik op zendingsreis in India, en het ergste wat je kunt doen, is mij daar in een hotel stoppen. Laat me gewoon onder de mensen zijn, in een hut op de vloer liggen. Al slaap ik slecht, maakt me niets uit – ik wil graag deel uitmaken van die cultuur. En ik zou er ook prima kunnen functioneren.” Jurjen studeerde af in West-Papoea en nadat ook zijn vrouw Marijke daar een aantal weken had doorgebracht, waren ze tot de conclusie gekomen dat dit land de plek was waar ze zouden kunnen leven. Zie je de ziekte van je vrouw als een ‘nee’ van God op jullie plannen? Lachend: “Eigenlijk mag je dit niet opschrijven, maar ik heb ooit de foute gedachte gehad dat ik God misschien ook de kans moest geven om mij te roepen voor een taak waar je theologie voor nodig hebt.” Hij maakt bijna elk jaar een zendingsreis en eerlijk is eerlijk: zijn hart leeft op als hij in Oeganda of India is. Al heeft hij niet meer het gevoel dat hij eigenlijk daar moet zijn. “Ik weet dat ik naar Amsterdam-Noord geroepen ben. Dat neemt niet weg dat ik intens geniet als ik in het buitenland ben en er met gemak zou kunnen leven. Maar we verkeren in de gelukkige positie dat we als gezin zeker weten dat we hier moeten zijn. Dan is er geen plek voor gejeremieer.” Minder fanatiekDe bewogenheid die Jurjen ervoer tijdens dat dagje winkelen in Amsterdam, is nooit weggegaan. Al is hij minder fanatiek geworden. Dat moest ook wel, want ondanks dat hij heel goed wist dat het Gods werk was, heeft hij de eerste jaren “als een idioot hard gewerkt”. “Dat hadden we niet volgehouden.” Maar vooral het bepalen van nieuwe zekerheden bleek een intensief proces voor het gezin Ten Brinke. Waar in Kampen het christelijke leven duidelijk was afgebakend, kwam in Amsterdam alles op z’n kop te staan. “Een van de eerste verzoeken die ik kreeg, was het leiden van een crematie. Toen dacht ik: ‘Hè, ik ben toch tegen cremeren en voor begraven?’ We waren hier nog geen half jaar, of de eerste mensen die zelfmoord wilden plegen, hadden ons uit bed gebeld. Een volgende vroeg: ‘Wil je bij mijn euthanasie aanwezig zijn?’ En wat vonden we ervan als mensen op zondag eerst naar de kerk kwamen en daarna naar de kermis gingen? We moesten opnieuw bepalen waar we voor staan. In die zin was het een enorme stap om naar Amsterdam te gaan. Maar het is prima toeven in Noord. We wonen hier zelfs rustiger dan in Kampen.” Je wil dat de kerk weer een positieve plaats in de wijk krijgt. Lukt dat? Veel mensen die voor het eerst in Hoop voor Noord komen, geven toe dat ze een heel ander beeld van een kerk hadden. Of ze zeggen: ‘Ik ben het niet helemaal eens met je preek, maar ik kom weer, want ik voel me hier op m’n gemak.’ Kijk, het Evangelie is niet naar de mens. Ik hoef mensen dus niet naar de mond te praten. Als we maar een atmosfeer kunnen creëren waarin bezoekers zich op hun gemak voelen. En ook dat is uiteindelijk het werk van Gods Geest. Als jij je moslimbuurvrouw met een hoofddoek meeneemt, is er niemand die daar wat van zegt. En als je buurman z’n hondje wil meenemen omdat die niet alleen kan zijn, dan neemt hij z’n hond mee. Niemand die daar gek van opkijkt.” Wat is de belangrijkste les die je in Amsterdam-Noord hebt geleerd? Leg dat maar eens uit‘Waar ben ik aan begonnen?!’ Vooral de eerste jaren schoot deze gedachte regelmatig door Jurjens hoofd. Nu kan hij soms vooral ontmoedigd raken door de enorme gebrokenheid in de wereld. “Al hebben wij een kerk die naar menselijke maatstaven mag spreken over zegen en succes, er is hier in de keuken ook zoveel aan de knikker. Gewoon heel dichtbij, in levens van mensen: uitgeprocedeerde asielzoekers, suïcidale mensen, bezoekers van de voedselbank, mensen die met koffers en al op zondag bij ons of bij de kerk op de stoep staan met de vraag of ze ergens kunnen slapen – het gebeurt regelmatig. Toch twijfel ik nooit over onze rol hier. En al helemaal niet over God. Al heb ik dat wel gehad.” Hij zwijgt even. Vervolgt dan: “Een goede vriend van mij is een halfjaar nadat hij christen was geworden, overleden. 22 jaar. Hersentumor. Hij was een geestelijke zoon, ik heb hem zelf gedoopt. Als er dan dertig islamitische familieleden om zijn bed staan, denk ik: ‘Dit is Uw kans, Here.’ Maar als Hij het dan niet doet... Even later: “Het is raar. Hoop voor Noord is bekender geworden, maar ik ben kleiner geworden. Omdat ik besef dat ik het echt niet zelf kan.” Al die culturen in één gemeente, dat lijkt me knap lastig. Nog net geen knuffelJurjen herinnert zich hoe hij een keer tijdens het Avondmaal voor de laatste keer de uitnodiging deed om brood en wijn te nemen, waarbij hij vroeg: ‘Is er dan niemand meer die Jezus wil belijden?’ “Toen sjokte er een Filipijnse gozer naar voren met een paar oorringen in en een broek tot op z’n knieën. Hij ging voor mij staan en gaf mij een boks – dat doen we altijd als we elkaar tegenkomen. Ik kreeg nog net geen knuffel, want er stond een tafel tussen. Toen hij daar liep met z’n broodje en een slok wijn, dacht ik: ‘Wow, dit is bizar. Dit is zo puur en authentiek.’” Heel even stokt Jurjens stem. Dan: “Het raakt me elke keer weer als mensenlevens veranderen.” Bron: EO Visie 2015, nr. 16 |